Op IJsland gebleven

Grafiek op basis van leeftijdsgroepen en het aantal per groep.

Van de 312 vissers die vanuit een van de wijken van Adinkerke deelnamen aan een of meerdere campagnes naar IJsland tussen 1836 en 1906, keerden er 26 niet meer terug (8%).

Dat waren: Petrus Jacobus BAELEN (42), Camiel Théophiel BOEVE (35), Augustus Leopoldus CALCOEN (55), Carolus Ludovicus CALCOEN (28), Alexandre CALLECOEN (26), Desiderius Franciscus CUVEELE (39), Carolus Ludovicus DEBEERST (39), Petrus Albertus DEBEERST (38), Joannes Martinus DECONYNCK (35), Desiderius Leopold DEWITTE (26), Pieter Joannes LAMBREGT (19), Vitalis Jacobus LANDSWEERT (21), Jean Baptiste LEFEBURE (35), Engelbertus Ludovicus LEGEIN (42), Petrus Albertus LEGEIN (17), Henricus Seraphinus LEUNE (50), Franciscus Ludovicus LYCKE (24), Franciscus Xaverius PINSON (23), Carolus Ludovicus TRAVERSIER (35), Augustus Henricus VANBILLEMONT (26), Cornil Emanuel VANDENBERGHE (67), Theophilius Ludovicus VANTIELCKE (29), Leopoldus Franciscus VERCOUTTER (41), Petrus Franciscus VIAENE (26), Ludovicus Joannes VILEYN (32) en Benjaminus Franciscus ZOETE (28)

En dan zijn er ook nog de “rampjaren” waar tot 15% van alle vissers omkwamen en 20% van de boten verloren ging.  De jaren 1836, 1839 en 1888 waren de ergste.

De gemiddelde leeftijd van de vissers en dus ook van de overledenen was vrij jong.

In totaal bleven 129 Belgen op IJsland, met variërende doodsoorzaak.  Zo tellen we er 2 door zelfdoding, 58 vergaan met het schip, 30 overboord gevallen en verdronken en 39 overleden na ziekte of ongeval.

De lijst met Adinkerkse vissers die in de bibliotheek werd opgenomen (zie gele knop hier rechts bovenaan) werd verder aangevuld met de recentste gegevens.  Daar waar nodig werd de gebruikelijke schrijfwijze van de naam vervangen door die van de geboorteakte.