Het penkompas is ook nog gekend onder andere namen zoals pinkompas, wachtlei, en bestekplank. In het Frans spreekt men van “renard” (vos) omdat het een slim hulpmiddel was en in het Engels heeft men het over een “traverse board” wat het dichtst bij de eigenlijke functie komt, want het was een navigatiemiddel voor het reizen over lange afstanden zoals het oversteken van een oceaan. Het werd aan boord van een schip gebruikt om de koers en de afgelegde afstand vast te leggen.
Het had bovenaan een rond gedeelte, een cirkel verdeeld in 32 windstreken. Hier werd door middel van een pennetje aangegeven wat de laatste kompaskoers was. In het vierkante gedeelte onderaan werden de afgelegde zeemijlen, tot op een kwart zeemijl aangegeven. Een simpele methode die ook door de doorgaans ongeletterde bemanning kon worden gebruikt.
Tijdens een wacht van 4 uur (8 glazen) werd elk half uur, bij het slaan van het glas, een registratie gedaan. Daarom had het bord 8 pennetjes om de koers aan te geven en 16 pennetjes voor de afstand.
Na de wacht werd het bord doorgegeven aan de navigator die de gegevens in het logboek bijschreef, de nieuwe positie bepaalde en deze op de navigatiekaart aangaf. Hierbij gebruikte men ook nog andere documenten en tabellen met informatie over getijden en stromingen, die toelieten de positie iets juister in te schatten, maar helemaal precies was het nooit.
Deze borden waren wijdverspreid en werden over geheel Europa en Scandinavië gebruikt van de 15de tot in het midden van de 19de eeuw.
Comments