Vóór de eerste vissersnederzetting er kwam in Kerkepanne in 1783, waren er reeds enkele lokale vissers actief in Adinkerke en de duinen aan onze westkust. In verschillende bronnen zoals volkstellingen, terriers en staten van goed, worden landbouwers vermeld waarvan de inboedel visgerei bevat, waaronder ook sleepnetten.
Bij het vissen moeten de Vlaamse vissers dikwijls hun verwanten uit Ghyvelde ontmoet hebben. De woonwijk van de Franse vissers vormde er de oude kern van het huidige Bray-Dunes en lag zoals alle oude visserskernen op de scheidingslijn van duin en polder. Vissen met sleepnetten was er verboden.
De Vlaamse vissers verweerden zich door te verklaren dat zij deze niet gebruikten op de Franse kust doch enkel op de kust van keizerlijk Vlaanderen en beweerden ten onrechte dat "dit daar wel toegestaan werd". En als ze dan toch bij het vissen betrapt werden, sprongen ze op hun paarden en vluchtten ze de grens over (uit het verslag van Le Masson du Parc uit 1723).
Na alarmerende berichten over een verminderde visvangst en een slinkend visbestand begin de jaren 1700, besluit de Franse admiraliteit de situatie grondig te laten onderzoeken. Verschillende rapporten vermelden het gebruik van fijnmazige netten en kornetten die door de maritieme verordening van 1681 waren verboden. Vooral de kust- en strandvisserij zouden geen rekening houden met deze regelgeving.
In 1723 wordt de 52-jarige François Le Masson du Parc naar Versailles geroepen en krijgt er als opdracht een overzicht op te stellen van de visserij aan de westkust van Frankrijk, in een gebied dat ongeveer overeenkomt met het huidige Hauts-de-France (de departementen Nord en Pas-de-Calais). Later zal zijn opdracht worden uitgebreid met de rest van de Franse westkust tot Hendaye aan de Spaanse grens. In totaal doet hij daar 14 jaar over (1723-1737) mits de nodige pauzes voor de verslaggeving aan de admiraliteit. Bepaalde streken zoals Flandre, Boulonnais, Picardie, Normandie en Bretagne, doet hij zelfs twee keer.
François is niet de eerste de beste. Hij werd geboren in Douai in 1671 als zoon van een militair en studeert af aan het prestigieuze Collège de Clermont in Parijs. Hij trouwt en vestigt zich in Rouen, Normandië. Hij werkt er als klerk in de administratie van de koninklijke marine waar hij regelmatig zijn overste vervangt voor het beheer van de maritieme zaken van de stad Dieppe en omstreken. Hij interesseert zich niet enkel in zakelijke aspecten maar verdiept zich tevens in de vissoorten, de vaartuigen, de visserijtechnieken, de vissersfamilies en hun levensomstandigheden.
De inspectietocht gebeurt te voet, te paard en indien nodig per boot. François bevraagt de vissers naar hun visserijtechnieken en vraagt ze hem te tonen hoe netten en ander visgerei worden gebruikt. Hij doorloopt dorp na dorp de kustlijn waar er vissers wonen en luistert ook naar hun zorgen en grieven.
Bij deze inspectietocht werd François doorgaans vergezeld door een aantal officieren van de admiraliteit. Dit zorgde er echter voor dat verboden vismateriaal inderhaast werd weggemoffeld, sommige deuren dicht bleven of de bewoners plotseling niet aanwezig waren.
Uit zijn notities komen twee grote aandachtspunten naar voren die moeten leiden tot een programma om de zeevisserij te hervormen. Enerzijds de noodzaak op het verbod van grote sleepnetten en anderzijds het absoluut verbod op het vissen en verkopen van visbroedsel (pootvis) dat werd gebruikt als aas bij het vissen op andere soorten.
Deze punten werden opgenomen in een koninklijk decreet (april 1726) met als doel het herstellen van de visbestanden. De gevolgen lieten niet op zich wachten. Na een testperiode van 12 jaar gedurende dewelke de vissers van Le Tréport nauwlettend in de gaten werden gehouden, bleek dat deze maatregelen geen enkele invloed hadden op het visbestand. Maar intussen was de lokale economie wel naar de knoppen.
Men is pas later gaan beseffen dat deze crisis in de visserij eigenlijk te wijten was aan natuurlijke fenomenen zoals temperatuursveranderingen van het water die de hoeveelheid plankton beïnvloeden. Maar het was indertijd gemakkelijker om naar de kleine man te wijzen als oorzaak van de problemen met de visserij.
Comments