Dat de kust een ander klimaat heeft dan het binnenland is algemeen geweten. Maar ook aan de kust zelf kan het weer grote verschillen vertonen. Zo gebeurt het vaak - vooral in het najaar en de winter - dat het Zwin de ene na de andere regen of winterse bui over zich heen krijgt, terwijl het in De Panne diezelfde dag volledig droog en zelfs zonnig blijft. Dat is geen toeval, maar het resultaat van een fenomeen dat typisch is voor onze kust, de “Schaduw van Engeland”.
In het najaar is het zeewater het warmst. De warme, vochtige zeelucht stijgt op in de koude luchtmassa en raakt snel verzadigd. De waterdamp condenseert en vormt op die manier felle buien, vaak zelfs gepaard met onweer en stofhagel. Boven land is het temperatuurverschil tussen de bodem en de bovenlucht veel kleiner en ontstaan er geen buien.
Als de luchtstroming uit west tot noordwest komt, gaat deze eerst over de Britse eilanden. De buien die op weg zijn naar ons land doen eerst Ierland en Schotland aan. Het berglandschap dwingt de zeelucht om te stijgen, waardoor de buien volledig uitregenen of uitsneeuwen. Voorbij de bergen daalt de lucht opnieuw en sterven de buien uit. Daarbij komt nog dat het in het najaar en in de winter boven de landmassa van Groot-Brittannië een stuk kouder is dan boven de Noordzee. Daar ontstaan dan geen nieuwe buien meer in de polaire lucht, terwijl dat boven zee wel het geval is.
Het resultaat is een grenslijn tussen een gebied met buien die met de noordwestenwind via de Noordzee naar Europa drijven en een gebied met brede opklaringen. Die grenslijn loopt meestal pal over onze kust, met buien over de Oostkust en droog weer over de Westkust. In de buurt van het Zwin regent het gemiddeld 145 dagen per jaar, in de buurt van De Panne slechts 130 dagen. Een opmerkelijk verschil over een afstand van amper 65 kilometer!
Bron van het satellietbeeld: Sat24.com Bron voor de tekst: Vlaams Instituut Voor de Zee, tijdschrift DE GROTE REDE 2023/58, reproductie met toestemming van het VLIZ.
Comments